vrijdag 22 april 2011

Ritme danst heen en terug

Ik zwijg over mijn plan.
Zachtheid draagt in mij zonder woorden, koester ik een nieuw begin, 
haar ogen hoeven niet langer weg te kijken, ik behoed haar voor meer.
Ze staat daar op de grens, wetend dat de verandering gezien zal worden, 
de edge walk wil ze nog niet los laten en draalt plagerig, ondeugend.
Het is haar ongeremd zijn, de drang om te vallen en te zweven, dit keer zal ze grond voelen, 
nooit meer doorschieten, afdwalen & verdwijnen.

In het vacuüm bewegen terwijl de lucht stil is, zij veranderd niet, 
beangstigde gedachte staart terug; ga, ga daar waar het onbekend is.
De ankers verdwenen, nieuwe beloftes zweven maar nog niet tastbaar,
terugweg onmogelijk, hart niet langer afgeschermd, zonder handen papa.
Energieke wervelwind is terug in mijn leven, ook al leeft hij voort als mijn zoon, 
zijn ziel leeft samen met mij, nu ben ik de onderwijzer.
De blonde god was daar en viel van zijn troon, leeft voort in mij en transformeert, 
eindelijk daar stap ik met hem in mijn hart in de wereld.

Droom flard nog om me heen, 
donkere man als in ondergronds woelt nog onrustbarende thema's in mij. 
Oude bekende, krachtig vanuit de diepte.
Verraad is een thema die je kan uithollen, je woedend kan maken en diep kan kwetsen. 
Verbluft staar ik in afgrijzen, wat had ik het mis.

De belofte rekt zich uit en staart me vol in het gezicht, 
dit keer vanuit kracht, vanuit mogelijkheden.
In de onrust viel ik altijd, niet langer is ze daar, zacht draai ik terug, 
voelt alleen nog maar, soms is dat genoeg.
De dag gleed voorbij, intuïtie gevolgd, lijn hersteld, draden los gesneden. 
In de spiegel geen reflectie, vooruit en achteruit.

Mind slaat niets op, in die motor hapert het, spot het korte termijn met de lange, alleen gevoelsbeelden beklijven, ondermijnt mijn streven.
Mind weigert zich te laten opjagen, wie ben ik in dit verhaal? 
Ze leeft een eigen ritme, waarin een andere wereld wordt ontdekt, in stilte.
Ik heb haar nodig, smeek mijn mind om mee te doen, om opnieuw mijn stem te laten horen, 
krachtig terugdraaiend doet ze de belofte, ik zwijg.
In de onderstroom wacht ik, stil verwonderd, afwezig. 
Belofte straalt, dit is de weg, buig mee en snijd door, laat los de draden van niks.