zondag 8 mei 2011

Verlangen stil geboren

De zachtheid in haar voert de boventoon, dat wat is,  ligt achter haar, 
dromerigheid zonder verzinken leeft de droom, kabbelend vaart ze voorts.
In de kleinheid van haar bestaan vind ze het zaad van de groei,
niet langer dwingend zingt ze het heel, verwonderd als het leven zelf.

Met de loved-ones stevig onder haar hart , bewaart ze de dromen die nog niet geloofd worden, vanuit vertrouwen in stilte en volop in de hoop.
Met de wind van verlangen in haar haren staat ze rotsvast, daar op haar plek die ze vergeten was, straalt haar innerlijk naar buiten, vol.

Verlangen dringt zich op, kwetsbaarheid vermoed diepe gronden, neem haar op in haar plan voor het leven, geen beperkingen in de geest.
Grootmoeder Maan is mijn gezelschap, klein briesje zweeft langs, stilte ver op afstand, 
de lucht vol van belofte, zweeft op memories now.

Woorden ingedrukt blijven steken in mijn keel, ze blijven zitten,
ook als ik ze zachtjes uitnodig, kijk ik terug en kan ze niet vinden, daar.
Tuimelen naar beneden en ploffen in mijn buik, weemoed woont er,
zachtjes in tijden van alleen zijn, lach ik ze toe, proef de woorden.

Nooit veranderd is het voelen, woorden raken niet, klanken niet,
sliert onbestemd voorbij, niet te vangen, versluieren mijn denken.
Daar in de kom van het voelen, draagt mijn bekken het vrouw zijn, ademt vrij, 
wild en ongeremd. Zegeviert stil en wacht in ongeduld.

Verlangen is geboren, soms ben ik bang voor haar,
ze trekt me in grote thema's die ik voorbij wil laten gaan,
niet die, 
niet voor mij; mis.
Staar haar aan, dwars door de angst, weet, buig mijn hoofd; ik ben.