woensdag 16 oktober 2013

Daar is hier en terug

Daar, in gedwongen onveiligheid stierf haar stem,
woorden tuimelen diep in een plek , waar nooit meer daglicht zou komen.
Angst slikt ze terug, 
voelt benen de hare omklemmen, vliegt weg uit haar lichaam waar het veilig is.
blinde paniek proeft op haar tong,
niet wetende hoe thuis te komen.
Haar huis, die van binnen nooit meer hetzelfde zal zijn.

Daar, in elke onveiligheid sterft haar stem,
raken de woorden geen grond, dwingt adem terugkeer.
Zingt ze van binnen de woorden terug,
roert de zielenpijn in draagkracht van vergeten.

Daar,in het borgen van veilig zijn, draagt haar stem niet de kracht,
duwt de innerlijke drang haar voort om te vluchten.
Snoert elke onveiligheid haar met gemak de mond,
tuimelend in de onrust van niet weten.

Daar, ik zie haar, dat kleintje,
maak voorzichtig de draden los van niet kunnen spreken,
duw zacht haar stem op de plek waar het hoort,
vergeef verkeerde beslissingen,
huil om haar angst,
om haar woede dat niemand haar komt redden,
vraag om te spreken
en weet dat ik het niet zag.

Langzaam richt ik mij op,
Proef mijn stem.
Draag haar voorzichtig.
Reset het spreken in onveiligheid.
Zing de angst terug om woorden te fluisteren.
Zet volume aan om waarheid te spreken.
Draai terug om het recht te zetten
Kijk.
Daar,
sta ik.









zaterdag 2 maart 2013

Lost and found

De deur naar de onheils plek zwaait open,
daar, de Engel Warrior in de onderwereld grot
draagt het besmeurde kind in zijn armen.

Haar hoofd ingekapseld in slijm,
taai, donker, bruin zwart,
met het duister cocon.

Hij staat daar en draagt haar teder,
beschermend,
nooit losgelaten op deze koude zielloze plek.

Machtig,
vleugels reiken de hemel,
in het vacuüm lucht dicht zonder licht.

Alleen via hem kan ik naar haar kijken,
draait mijn hoofd zich in afwending,
afgrijzen spuugt mijn gal.

Intens donkere onheilsplek,
daar, waar niemand wil waren,
draagt hij haar op handen.

In zijn blik onvoorwaardelijke liefde,
mededogen, kracht en weten,
standvastig in zijn.

Voorzichtig verlos ik dit kind van de kap,
huil van opluchting,
als puurheid nog in haar ogen ligt.

In de liefdes overheveling,
in de liefdes wissel blik,
herken ik hem.

En neem haar van hem over.