vrijdag 27 mei 2011

Cirkel heel dromen.

De handkus dringt zich op in mijn geest, 
de verrukking van aanbeden worden dwarrelt vrolijk mijn hoofd in, 
huppelt en druppelt mijn hart in.
Dat lied; ik tuimel zo het verleden in, geen sliert van regret te bekennen, 
dein mee op de energie van toen, zomaar blij door de overgave.

The good red road loopt door in mijn lijn en blauwdruk. Afdrukken beklijven, dromen en denken laat ik los. In het NU dartel ik op mijn pad.

Dromen veilig dromen, daar waar de verhalen hun eigen leven leiden en creatie onlosmakelijk verbonden waren met hart-verbinding, leefde ik.
Terug dromen, vooruit dromen, dubbel repeat dromen, tweede huid dans, 
verdwijning thuisland induiken, door de nacht, vol overgave in de dag.
De verschuiling bleef daar in het duister hangen, af een toe een straaltje licht, 
waar de rode aarde sijpelde bleef ik hangen op mijn pad.

In de leegte van het onhoorbare ben ik stil, daar waar er geen echo's zijn luister ik,
pulseert het alleen zijn in verveling, kijk; naksig.
Onrust schuurt aan de oppervlakte, piekjes plagen net boven de relax zone uit, 
veegt de stilte van tafel in samen zijn, ik wil weg van hier. 
Als ik terug draai in haar aangezicht lacht ze me liefdevol uit, 
onrust drukker verstiert in mij mijn zijn, de volte smekend.
Smeken luistert niet, dwingt stilte af, die vooruit snelt; 
tuimelt in haar buitengewoon ledig zijn, de plek om stil te staan, glimlacht ziel.

Kiezen op elkaar, al dagen, ik vrees voor herhaling van de donder en klap, 
mijn lijf heeft weer een eigen leven, vrees onheil, zoals het was.
Melancholie draagt haar stem, zwijgend kijkt ze terug, langzaam,
genadeloos in de lagen duikend, tuimelend in de pijn, zet ze zich schrap.
Duwt zich af, rent vooruit om terug in de tijd het om te keren, strak ingebonden, 
niets verliezen, dit kent, het afwendt.
Haar lichaam droomt onwetendheid, haar geest weet van de los gelaten last, 
woedend reflecteert de gedachte dat ze opnieuw moet instappen.
Stilzwijgend smeekt ze haar lichaam om de tijd voor te herinneren. 
Waarheid leeft nog. 
Sla haar niet dood. 
Wieg haar terug.
Scherven, zoals het was is niet meer. Opnieuw kijk ik naar nog mooiere mogelijkheden. Afscheid ligt in de vreugde van creatie besloten.

Stralend in het middelpunt van opgeheven gezichten, bloedlijnen waaieren ver uit, 
worden gezegend vanuit de voorouders, thema's overstijgen.
Afscheid van het oude valt in het gat, vanwaar het oud en dood is, 
in de leegte wacht ik op het nieuwe, draag haar in alle zachtheid.
Sleur niet langer volte in mijn gezicht, ik lach haar weg, 
als je je plek in genomen hebt, valt er niets te vrezen.

1 opmerking: