donderdag 25 november 2010

Staaldraad

Rijdend in mijn auto, -zoals je weet de personal office van de werkende vrouw, besef ik me plotseling dat ik weet hoe ik me voel. Het voor me zie zelfs. 

Ik weet nu hoe het voelt als je tegen een nervous breakdown aanzit, of, hell no way; een burn-out. Een VET taboe kan je wel zeggen. 
Het voelt alsof er een strak gespannen draad van staal in mij zit. Zo heftig strak, dat je er op kan wachten tot ie met een mega zwiep kapot knalt. 
Ik zie het voor me als ik rijd, mijn staaldraad knalt ongenadig tegen wat dan ook aan. 
Het interesseert me op dat moment even niet wat de gevolgen kunnen zijn. 
Okay, ongeluk; eruit komend met een gebroken been, why not? Gewoon 6 weken plat liggen, dat lijkt me wel wat. Dan kan ik werkelijk zichtbaar niets. 
Nu ben ik zo vreselijk debiel moe, dat ik van die gespannen veer in me niet kan slapen. 
Een comateuze slaap van 11 uur wil ik, meer niet. Die winterslaap vervalt, ik wil s 'ochtends de verliefde blik van Bo niet missen als ie slissend;' mama hi' zegt. Of de hele zachte ochtendknuffel van de meisjes als ze eigenlijk nog half slapend zijn. Die zijn helend voor je ziel.
Ik merk dat ik niet meer kan, ik moet een boek achterhalen voor mijn zoon voor zijn boek bespreking en ik weet echt de titel niet meer. For love of zoiets, weet ik veel. 
Man in boekzaak 1 weigert mee te denken, vrouw in de boekenzaak nr. 2 denkt mee en vind het; ik herken het aan het plaatje. Moet besteld worden, fuck. 
Ik rijd naar de kringloopwinkel, omdat ik vrees dat ik het boek in een tas heb gestopt, na een aanval van opruimwoede. De man kijkt me glazig aan, die weet helemaal niets en is al helemaal niet van plan om waar dan ook over mee te denken, afgezien van het feit of ie dat überhaupt wel kan. 
Als ik me wederom naar de auto sleep, zit ik op mijn tandvlees. Werkelijk woedend van onmacht door het totaal ontbrekende energielevel, zeg maar NUL, rijd ik met een meedogenloze killersblik door de stad. IK KAN NIET MEER, dit trek ik niet; kan ik alleen maar denken. Rot op allemaal. Toch moet ik mijn kop erbij houden; Bo zit zingend achterin de auto. 
Als ik tierend thuiskom, nadat ik ontdek dat de trut van de boekenwinkel mij het verkeerde telefoonnummer heeft gegeven en ik 008 what-ever heb gebeld en niet meer weet hoe die klote boekenwinkel heet. 
Noah ziet het aan en zegt; 'Mama, ze denken dat je heel agressief tegen ze bent, dan helpen ze je niet' Ik zet voor het effect nog even extra hysterie aan; we moeten er beide om lachen. 
God, op dat moment ben ik trots op mijn zoon. Hij heeft geleerd dat ik alleen mijn lading kwijt moet, het niet tegen hem gericht is en glijd niet mee in mijn emotie. Hij confronteert me rustig op mijn gedrag, dat wordt een leuke man; zeker weten. 
Als we boven zitten op No's opnieuw ingerichte grotere kamer (ik heb namelijk een mega chill stoel voor hem gescoord) zie ik opeens dat boek liggen onder een blad met schroeven. 
Sjeeeezus, wat een klote-kutdag. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten